Zoals William Shakespeare wel is heeft gezegd ”Advantage is a better soldier than rashess’’. Wat hij hiermee bedoeld te zeggen is dat je als organisatie altijd een concurrentievoordeel wilt behalen, om zo je concurrent altijd een stap voor te zijn. Concurrentievoordeel betekent dat je in staat bent als organisatie om concurrenten uit te schakelen in het voordeel dat je de consument kan bieden. Dit concurrentievoordeel valt te behalen door een uniek business model op de kaart te zetten. Hierbij zijn je middelen, waardeketen en product-markt positie van essentieel belang.
De 3 componenten voor een uniek business model.
1. Product-markt positie
Als we deze nog eens wat breder bekijken zien we dat bij de product aanbieding er ook belemmeringen kunnen zijn waar het management tegenaan kan lopen. Zoals bijvoorbeeld te veel klanten aannemen. Het imago kan daarmee vervagen en het kan complex worden voor medewerkers om een focus te houden per klant. Dit kan je organisatie beperken in flexibiliteit naar de klant toe.
- Afbakening van je bedrijfstak: Het product heeft dezelfde eigenschappen als andere producten/diensten vergelijkbaar in deze bedrijfstak.
- Gesegmenteerde markten: De doelgroep heeft dezelfde belangen. Denk hierbij aan geografisch, leeftijd, opleiding, prijs, style, belang, aankooplocatie, gebruik.
- Bedrijven definiëren en selecteren: Je moet niet met teveel bedrijven willen concurreren. Net zoals op je product, moet je een positionering uitzetten waar je extreem goed in bent en niet een te breed scala aan mogelijkheden uitzetten. Je kan concurreren op positionering, prijs, functionaliteiten, kwaliteit, beschikbaarheid, imago, netwerken, samenvoegen van pakketten, product, proces en klantcontact.
2. Waardeketen
Om de klant tevreden te stellen, moet de weg zijn uitgestippeld hoe het product/service op de markt gaat worden gezet. Een goede waardeketen biedt de basis om concurrentievoordeel om te gaan bouwen. Hieronder vallen wat primaire activiteiten die moeten worden vervuld volgens de keten van Porter: Ingaande logistiek – Operations – Uitgaande logistiek-Marketing en verkoop – Service.
3. Beschikbare middelen
Om als organisatie te groeien moeten er genoeg financiële middelen zijn dit te doen slagen. Dit gaat echter niet alleen om geld, het gaat ook om genoeg kennis, uitstraling, netwerk en ervaring.
”Je hebt het perfecte businessmodel.
Wat nu? Stoppen met ontwikkelen?”
Nee, natuurlijk niet! Het kan zo zijn dat je na het ontwikkelen van het businessmodel tegenslagen kan ervaren ook al heb je een goed werkend businessmodel. Zo kan bijvoorbeeld de doelgroep niet langer geïnteresseerd meer zijn in het product wat je verkoopt. Hierbij is het noodzakelijk om je strategie om te gooien en je aan te willen passen aan de vraag in de markt. Hiervoor zijn twee strategiën mogelijk, namelijk: de outside-in strategie en de inside-out strategie.
Een vraag die je jezelf kan stellen is ‘’Wie moet bij wie passen?
Deze managers geloven dat de organisatie zichzelf altijd moet aanpassen aan de omgeving en niet andersom. Deze managers zullen eerst de middelen bekijken, vervolgens de waardeketen en als laatste pas de product-markt positie.
Deze managers geloven dat de strategie niet om externe kansen moet draaien, maar zou moeten draaien om de sterke aspecten van de organisatie. Deze managers zullen eerst kijken naar de product-markt positie, vervolgens naar de waardeketen en als laatste pas naar de bronnen.
Welke strategie zou jij kiezen?
Laat jouw keuze hieronder achter in de reacties! Wellicht kunnen wij je helpen met een businessplan voor jouw organisatie of helpen met jouw probleemstelling.
%
0 reacties